Mogelijke signalen voor taal -en/of spraakproblemen:
o Ik versta mijn kind niet goed of anderen verstaan mijn kind niet goed;
o Mijn kind spreekt klanken anders uit;
o Mijn kind raakt gefrustreerd omdat het niet wordt verstaan of begrepen;
o Mijn kind wordt niet begrepen;
o Mijn kind begrijpt mij of de leerkracht niet;
o Mijn kind komt soms niet op woorden;
o Mijn kind vertelt veel, maar het verhaal is niet te volgen;
o Mijn kind herkent letters niet goed of heeft moeite met hakken en plakken;
o Mijn kind heeft vaak zijn of haar mond open;
o Mijn kind duimt of zuigt op zijn/ haar vingers;
o Mijn kind slikt met de tong tussen de tanden.